Al vele jaren wordt gesproken over de jeugdzorg en alle problematiek die hier omheen hangt zoals de financiële tekorten van gemeenten doordat het rijk hierop kort. In 2023 is de hervormingsagenda jeugd vastgesteld met als doel dit te verbeteren. De commissie van Ark heeft onderzocht wat hiervoor nodig is om deze doelen te bereiken. Het blijkt onder andere dat er meer geld nodig is vanuit het rijk.
In onze regio werken 11 gemeenten samen in het samenwerkingsverband “een 10 voor de jeugd”. Deze samenwerking gaat naar aanleiding van deze hervormingsagenda een nieuwe fase in.
Binnen de samenwerking ‘een 10 voor de jeugd’ zijn er 3 ontwikkelingen waar momenteel flink aan gewerkt wordt:
- Het meerjarenplan 10 voor de jeugd
- Vorming van een gemeenschappelijke regeling
- Houdbaarheid van de jeugdzorg
Het meerjarenplan voor de jeugd richt zich op 3 opgaven:
Opgave 1: Zo thuis en nabij mogelijk
Streven uithuisplaatsingen te reduceren met 20%. Nederland zit in de top 3 ter wereld met uithuisplaatsingen terwijl hier geen goede verklaring voor is. Mogelijk wordt er risicomijdend gekeken voor het kind in de thuissituatie maar is dit niet altijd het beste voor het kind. Indien er toch sprake is van uithuisplaatsing dan bij voorkeur kleinschalig en dicht bij school en sport van het kind. Per gemeente is er 1 ambtenaar speciaal opgeleid om een goede verklarende analyse te maken.
Opgave 2: Tijdig passende en betaalbare zorg
Gezamenlijk moet meer integraal zorgaanbod worden ingekocht. Nu is er soms sprake van een tekort aan ingekochte zorg en moet er maatwerk geleverd worden. Dat is duur en soms is kwaliteitscontrole hiervan niet goed geregeld.
Opgave 3: Lerende regio
Het is 11 keer net wat anders per gemeente in de analyse en de keuze voor zorg. Kennis en kwaliteiten delen met elkaar en meer data verzamelen om analyse te maken per gemeente. Er moet meer verbinding worden gezocht met onderwijs. Daar komt veel samen en is in belang van het kind dat onderwijs door kan gaan.
Gemeenschappelijke regeling
Vanuit het rijk wordt ge-eist dat een jeugdregio een gemeenschappelijke regeling moet gaan worden. Nu is het nog een samenwerkingsovereenkomst tussen 11 gemeenten die gaat over de inkoop van zorg met een omvang van ca 93 miljoen. Met een gemeenschappelijke regeling is er meer betrokkenheid van de gemeenteraden en ook de organisatie staat steviger zonder dat de kosten hiervoor stijgen. Iedere gemeente blijft opdraaien voor haar eigen zorgverlening aan de jeugd. De organisatie blijft bestaan uit 4 ambtenaren in dienst bij 4 gemeenten.
Bijzonder is dat in onze regio deze 11 gemeenten samen mogen blijven werken en niet op hoeven schalen naar de 21 regiogemeenten. Door de goede werking van de huidige samenwerking mag dit samenwerkingverband verder in de huidige samenstelling. Een mooi compliment.
Reikwijdte
Voor de lange termijn moet verder gekeken gaan worden naar de houdbaarheid van de jeugdzorg als systeem. Het aantal kinderen met jeugdzorg stijgt naar 1 op de 7, dat is niet duurzaam houdbaar. Het doel is zoveel mogelijk uitgaan van eigen kracht van de jeugdige, het gezin en het sociaal systeem. Met daarbij In de gemeente sociale en pedagogische ondersteuning dichtbij. De specialistische zorg zou daarmee kunnen worden verminderd. Waar de grens tussen eigen kracht en specialistische zorg moet komen liggen zal komende jaren met elkaar worden vastgesteld. Deze keuzes vereisen verregaande kennis en kunde van jeugdzorg. Een grote zorg bij de gemeenteraden of het realistisch is dat een gemeenteraad hierover kan beslissen met deze complexiteit. Daar zal komende periode over gesproken moeten worden.