Onze Brainportregio, een veel besproken regio, ook een heel bijzondere regio. Al in de tijd van Philips en DAF was Eindhoven en omgeving een belangrijke economische speler. Na de gloriejaren dreigde de regio in de 90-er jaren echter in verval te raken. Maar de regio is ook weer opgestaan en kijk waar deze nu staat. Misschien wel de belangrijkste regio van Nederland en met bedrijven als ASML, met haar technologie, een speler op het wereldtoneel. De Brainportregio komt met een enorme groei, zowel economisch als ook maatschappelijk. Op deze groei, waar we niet zondermeer aan ontkomen, moeten we ons als regio gaan voorbereiden. Dit komt met voordelen, maar ook nadelen.
In een voorgaande nieuwsbrief is al eens toegelicht aan welke groeistrategieën wordt gedacht in deze regio. Door het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE), een samenwerkingsverband van de stedelijke regio Eindhoven-Helmond, is besloten de groei te gaan laten plaatsvinden voornamelijk in Eindhoven en Helmond. De omliggende regio’s, waaronder de Peel, hebben zich hieraan gecommitteerd. Dit betekent voor Laarbeek dat onze dorpen wel zullen groeien met 10 tot 15% maar dat Laarbeek geen stedelijke regio zal worden. Ook zal er geen nieuwe kern worden bijgebouwd, ook wel ‘pioniersdorp’ genoemd, zoals dit eerder tot de opties behoorde.
Dit past ook in het beeld wat ABL heeft van de groei. We vinden dat met deze beperkte groei we gewoon een dorp kunnen blijven en niet verstedelijken. Het is ook een groei die we nodig hebben om de leefbaarheid in de dorpen overeind te houden. Met het oog op de vergrijzing is het goed dat we kunnen groeien met aantallen woningen zodat onze jongeren in de dorpen kunnen blijven maar ook nieuw aanwas in onze dorpen komt wonen. Hierdoor kunnen verenigingen en voorzieningen zoveel mogelijk behouden blijven.
De groei heeft wel consequenties voor Laarbeek. De stedelijke regio gaat namelijk wel explosief groeien en verstedelijken. Dit heeft gevolgen voor de voorzieningen en de mobiliteit in onze regio wat ook afstraalt naar Laarbeek. De problemen die ontstaan moeten we daarom ook samen als regio oplossen. Het oplossen van deze problemen kost geld, veel geld. Dit geld moet deels opgebracht worden vanuit het Rijk, deels vanuit het bedrijfsleven en ook deels vanuit de regio zelf. Als Laarbeek moeten we ook een bijdrage doen. De bijdrage die Laarbeek doet is op eenzelfde manier bepaald als de regiobijdrage voor de mobiliteit van de oostelijke regio.
Op zaterdag 7 oktober hebben de raadsleden uit de Metropoolregio het bedrijf ASML bezocht. In deze bijeenkomst is gediscussieerd over de bijdrage die het bedrijfsleven op het gebied van woningbouw en mobiliteit gaat doen. Zo is het bedrijfsleven al hard op weg met stappen te zetten om de werknemers uit de auto te krijgen naar de fiets en het OV. De juiste stappen worden gezet, maar het bedrijfsleven gaat sneller dan onze gemeentes kunnen bijbenen. Dat zorgt soms voor frustratie en maakt deze problematiek urgent omdat de groei van ASML gewoon doorzet. Het bedrijfsleven voelt zich medeverantwoordelijk voor een verantwoorde groei, we moeten het samen gaan doen.
De komende periode staat voor de metropoolregio in het teken van de regiobijdrage van iedere gemeente. Daarna kan de uitvoeringsagenda starten voor de korte termijnmaatregelen rondom de A2 in Eindhoven. Een belangrijk deel van deze maatregelen is het creëren van ‘Hubs’ voor overstappen van de auto naar andere vormen van vervoer aan de rand van de stad. Voor Laarbeek is het belangrijk de oostelijke agenda voor mobiliteit scherp in beeld te houden en niet te laten overschaduwen door de urgentie rondom de westzijde van Eindhoven.
De metropoolregio heeft op de omgevings-dag van 13 juli de ontwikkelstrategie vastgesteld. Deze ontwikkelstrategie bestaat zowel uit water, wonen, werken, natuur en mobiliteit. De komende tijd zullen we in artikelen verder publiceren over de impact van deze onderwerpen op onze gemeente Laarbeek.