Woningbouw
Wonen is duur, dat is een probleem wat zowel landelijk speelt maar vooral lokaal wordt gevoeld. Er is veel vraag naar woningen, wat de prijs opdrijft. En hoewel Laarbeek nog niet direct last heeft van grootschalige investeerders die woningen opkopen, is er hier wel op kleine schaal al sprake van. De zelfbewoningsplicht lijkt hiervoor een bruikbaar instrument om dit tegen te gaan. De ouderen willen kleiner wonen, de jongeren willen een huis om te starten en gezinnen willen meer ruimte. Door het ontbreken aan goede doorstroming loopt de woningmarkt steeds verder vast. Ook wordt het aantal personen per huishouding steeds kleiner, wat weer zorgt voor meer vraag naar woningen.
Uitgangspunt is dat een woning een basisbehoefte is voor iedereen die een binding heeft met Laarbeek. Hoewel we niet exact in elke wens kunnen voorzien, moeten er wel voldoende woningen beschikbaar komen die een flexibel karakter hebben, met de inzet op doorstroming. Ze moeten zowel beschikbaar zijn voor jonge starters als voor senioren. Hierbij dient een goede balans gevonden te worden tussen middeldure huur en goedkope koop. Dit betekent dus niet dat als je eenmaal dit soort doorstroomwoningen hebt gevonden, je hier de rest van je leven blijft wonen middels verbouwingen. Wil je groter of kleiner, dan is verhuizen vaker een betere optie.
Het recent opgekrikte woningbouwcontigent van de provincie biedt kansen, maar voornamelijk voor transitie van bestaande panden. Inbreiden en transitie is prima, maar niet ten koste van het ruimtelijke en groene karakter van onze gemeente. Aan de randen is vaker ruimte voor uitbreiding zonder het gezichtsveld compleet aan te passen. Hoogbouw willen we incidenteel toestaan op markante plaatsen zoals De Oliemolen in Donk. Stedelijke massaliteit willen we echter niet. De eigen identiteit van onze kernen moet behouden blijven.
De uitbreiding van ons woningbestand is eindig, net als de groei van het aantal huishoudens. Dit betekent dat er een moment komt dat we het moeten doen met de woningen die er zijn.
Transitie van bestaande panden en ruimtes binnen de bebouwde kom is kostbaar. We onderzoeken de mogelijkheden om te bouwen zonder commerciële marktpartijen maar juist met partners als Wocom of andere woningbouwcorporaties. We zetten hierbij subsidiemogelijkheden voor transitie optimaal in om plannen betaalbaar en daarmee haalbaar te maken.
We moeten onze senioren maximaal ondersteunen om ze de weg te wijzen bij de woningbouwstappen die ze moeten zetten. We zorgen voor eenvoudige en heldere communicatie hierbij en bereiden ze al in een vroeg stadium voor op de toekomst.
We luisteren goed naar initiatieven die onze eigen inwoners ontplooien en moedigen dit aan. Dit zodat we kunnen bouwen voor onze eigen inwoners, rekening houdend met de wettelijke mogelijkheden en onmogelijkheden. Denken in kansen moet hierbij het uitgangspunt zijn. Waar nodig staan we open voor tijdelijke huisvesting zoals tiny houses om de woningnood tijdelijk te verzachten. De gemeente faciliteert hier optimaal en neemt waar nodig initiatief. Dit dient goed inpasbaar te zijn in de omgeving, denkend aan bijvoorbeeld infrastructurele voorzieningen.
Bedrijventerreinen en winkelstraten
De levendige winkelstraat staat onder druk. De recente coronacrisis heeft de druk enerzijds vergroot door de grote online aankopen, maar mensen zijn ook weer gaan zien wat je lokaal allemaal kunt krijgen. Lokaal krijgt weer meer waardering, dit momentum moeten we nu niet verliezen.
We staan open voor een flexibele inzet van het winkelbestand. Er komt ruimte voor wonen in leegstaande panden om verloedering te voorkomen en de winkelcentra worden compacter.
Voor de plannen voor de Heuvel in Lieshout houden we oog op deze leefbaarheid van de winkelstraat in de uitwerking van het complete plan. Tevens hebben we zorgen over het winkelaanbod in Mariahout. Hier willen we meedenken en faciliteren bij lokale initiatieven, om dit onderdeel voor de leefbaarheid van Mariahout niet verloren te laten gaan.
Toelating van bedrijven die ook echt iets toevoegen aan Laarbeek en Laarbeekse wortels hebben, heeft de voorkeur. Maar we moeten zeker open staan voor bedrijven van buiten Laarbeek, die de meerwaarde van onze gemeente zien en hier ook in willen investeren. Zeker als dat de Laarbeekse werkgelegenheid ten goede komt.
Samen met het ondernemersfonds en parkmanagement komen bedrijven dichter bij elkaar en kunnen hier elkaar versterken. Daar blijven we op inzetten.
We gaan op zoek naar nieuwe locaties voor uitbreiden van bedrijventerreinen maar kijken daar in belangrijke mate naar de regio. We willen geen competitie tussen de verschillende Peelgemeenten maar samen kijken waar wat het beste past.
Bestaande bedrijfsterreinen willen we opwaarderen om kwalitatieve achteruitgang te voorkomen.
We willen ruimdenkend kijken naar hoe we sloop van vrijgekomen panden kunnen bevorderen, om hier weer nieuwbouw voor terug te krijgen Kunnen we hier andere invullingen meer vrijheid geven, zoals het huisvesten van arbeidsmigranten of het switchen naar woningbouw? Deze opties willen we graag open benaderen en als kans zien.
Buitengebied
De agrarische sector is een belangrijke economische drager voor het buitengebied, waarbij volksgezondheid, dierenwelzijn en milieu voorwaarden zijn voor ontwikkelingen in deze sector. Landelijk staat de sector onder druk vanwege de discussie over de stikstof uitstoot en het mestoverschot. Met initiatieven zoals ruimte voor ruimte en de warme saneringsregeling varkenshouderijen, krijgt het buitengebied stap voor stap ruimte voor een andere invulling. Hierbij willen we het verder uitbreiden van de intensieve veehouderij ontmoedigen, zeker in de nabijheid van de kernen. Daarbij moet echter wel voldoende ruimten blijven voor ondernemers met innovaties.
Met de visie buitengebied staat er een nieuwe invulling van dit buitengebied op het programma. Als ABL vinden we het belangrijk dat het buitengebied een diverse invulling krijgt. Leegstand dient absoluut voorkomen te worden, het mag niet aantrekkelijk worden voor criminaliteit om leegstaande gebouwen te gebruiken voor criminele activiteiten.
De diversiteit vinden we belangrijk, het buitengebied mag geen eenheidsworst worden van bijvoorbeeld zorgboerderijen en kinderopvanglocaties. Er moet ruimte komen voor recreatie maar vooral ook voor initiatieven voor de natuur. Initiatieven waarin natuurbeheer centraal staat, en ook educatie en projecten voor zelf voedsel verbouwen zoals de Heerenboeren.
Bereikbaarheid en verkeersveiligheid
Bereikbaarheid en verkeersveiligheid zijn voor ABL belangrijke aandachtsgebieden. Hoewel dit twee verschillende onderwerpen zijn, zijn deze natuurlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden.
We ondersteunende inzet van dorpsraden die met hun werkgroepen verkeersveiligheid bijdragen aan lokale initiatieven. Als ABL vinden we echter dat we niet voldoende stappen kunnen zetten met deze kleinschalige initiatieven. We pleiten voor een integrale verkeersvisie waarin we inzetten op de doorgaande wegen buiten de kernen, waardoor de kernen echt autoluw kunnen worden. Pas als een goed alternatief is geboden kunnen verregaande maatregelen genomen worden om doorgaand verkeer uit de kernen te weren en daarmee snelheidsremmende maatregelen te vergroten. Denk hierbij vooral aan het autoluw maken van de dorpsstraat in Aarle-Rixtel en de Heuvel in Lieshout.
Met de verkeersvisie willen we samenhang krijgen tussen de verschillende projecten zoals de N615, kruising Deense Hoek, Beekse Brug en de aansluiting bij de Klokgieterij. Projecten die op belangrijke doorstroompunten gesitueerd zijn.
De integrale verkeersvisie is ook een belangrijk stuurmiddel richting andere stakeholders waarvan de belangrijkste de Provincie Noord-Brabant betreft. Met de gerichte verkeersstromen binnen onze gemeente kunnen de juiste keuzes worden gemaakt voor investeringen rondom de hoofdwegenstructuur waaronder de Beekse Brug, maar ook potentiële sluiproutes door ontstaan door projecten in buurgemeenten zoals bijvoorbeeld plannen voor het verkeersluw maken van de Kasteeltraverse in de gemeente Helmond. Een duidelijke structuur geeft hierbij inzicht hoe verkeersstromen zich gaan ontwikkelen.
Voor de bereikbaarheid hebben we een grote afhankelijkheid van de Provincie voor de projecten Beekse Brug en de N279. We nemen een kritische en pragmatische houding aan richting de Provincie. We blijven proactief komen met plannen op het gebied van doorstroming en verkeersveiligheid. Waar nodig zoeken we intensief naar cofinanciering zoals het investeringsfonds infrastructuur.