Afgelopen week heeft de gemeenteraad een besluit genomen over haar standpunt in de verplichting om mensen die asiel zoeken in Nederland, tijdelijk op te vangen in Laarbeek. Het gaat om een periode tot uiterlijk 1 februari 2026. Deze verplichting een locatie aan te wijzen geldt eigenlijk sinds november vorig jaar al, maar omdat de Provincie niet wilde meewerken aan de voorwaarden van een geschikte locatie, heeft Laarbeek er toen voor gekozen geen opvanglocatie beschikbaar te stellen. In januari heeft de minister van Asiel echter het verdeelbesluit genomen, waarbij alsnog een verplichting is opgelegd aan Laarbeek voor de opvang van minimaal 64 mensen die asiel zoeken.
Hoe hiermee om te gaan stelt de gemeente voor de keuze uit 3 opties:
- Niet voldoen aan de wet, dus geen locatie aanwijzen voor opvang
- Een locatie aanwijzen en het beheer laten aan het Centraal Orgaan opvang Asiel (COA)
- De aangewezen locatie met 90 opvangplekken zelf gaan beheren
Na stevig beraad en het wegen van alle opties en sub-opties is gekozen voor optie 3, waarbij we als gemeente zelf een tijdelijke opvanglocatie met 90 opvangplekken gaan inrichten. De argumenten hiervoor zijn:
- Mensen op de vlucht die kansrijk asiel vragen, dienen humaan opgevangen te worden
- Wij vinden dat we als gemeente aan de wet moeten voldoen, ongeacht de chaos in Den Haag. Wij willen wél een betrouwbare overheid zijn.
- Het verdelen van opvangplekken over álle gemeenten in Nederland is het meest eerlijk
- In eigen beheer houden we grip op welke mensen er komen, dus geen zogenaamde veilige landers
- Een opvanglocatie met voldoende omvang heeft recht op 24 uurs beveiliging en een vast aanspreekpunt
- Voldoende omvang zorgt ook voor dagbesteding voor de asielzoekers om verveling te voorkomen
- Lokaal organiseren van de opvang heeft meer kans op het maken van de maatschappelijke verbinding
- Het aantal verplichte opvangplekken wordt mogelijk nog naar boven bijgesteld door de minister
Hieronder lichten we de punten wat uitgebreider toe.
Het niet voldoen aan de wettelijk opgelegde opvangplekken vinden we als ABL geen oplossing. Natuurlijk geef je hiermee een signaal af naar Den Haag, maar uiteindelijk worden gemeentes elders in de regio of het land opgezadeld met het probleem. De spreidingswet zorgt juist voor een eerlijkere verdeling.
Hierdoor zijn we van mening dat Laarbeek een opvanglocatie moet aanwijzen binnen haar gemeentegrenzen zoals de wet eist. De vraag is daarna of je die opvanglocatie zelf beheert of dat het COA deze opvanglocatie in beheer neemt. Hier gaat het landelijke beleid mank, het COA heeft namelijk niet de capaciteit en middelen om kleine locaties (onder 150 opvangplaatsen) in beheer te nemen. Daarnaast wordt de vergoeding per opvangplek die de gemeente ontvangt gehalveerd in de loop van dit jaar waardoor de opvanglocatie financieel onder druk komt te staan, er moet dan geld van de gemeente zelf bij.
Als Laarbeek een locatie aanwijst vanwege haar verplichting voor maximaal 64 opvangplekken, dan is er een kans dat het COA hier geen gebruik van maakt. Maar als iedere gemeente zich zo gaat opstellen dan is er te weinig plek en gaat het COA alsnog kleine locaties inrichten maar dan met minimale voorzieningen. Dit betekent geen dagbesteding en geen beveiliging. Ook is er dan geen grip op de samenstelling van de groep die naar deze opvanglocatie komt.
Als randvoorwaarde voor opvangplekken heeft de gemeenteraad gesteld dat er 24 uur per dag beveiliging aanwezig moet zijn, er dagbesteding moet zijn om verveling te voorkomen en er geen gemeenschapsgeld aan besteed wordt. Dit zorgt ervoor dat de vergoeding per dag per opvangplek kostendekkend moet zijn. Om kostendekkend te zijn met 24 uurs beveiliging en een dagbesteding is het bieden van 90 opvangplekken in plaats van 64 noodzakelijk. Laarbeek biedt hiermee 26 opvangplekken meer dan wettelijk vereist. Hiermee voorkomen we echter dat als het COA een locatie inricht we alsnog op kosten van de gemeenschap geld moeten bijleggen voor beveiliging.
Op het besluit van de minister voor het aanwijzen van opvangplekken lopen nog enkele bezwaren vanuit andere regio’s die gezamenlijk meer doen als gevraagd, maar per individuele gemeente worden afgerekend. Deze bezwaren hebben een grote kans van slagen waardoor de aantallen voor Laarbeek waarschijnlijk naar boven bijgesteld worden door de minister. Hierdoor is de keuze voor 90 plekken nu een goed uitgangspunt.
Als ABL realiseren we ons terdege dat het draagvlak voor de opvang van mensen die asiel vragen onder grote druk staat. Het is hierom ook zeker geen populair besluit maar alle argumenten kennende een noodzakelijk besluit.